In oktober hakte ik de knoop door: ik schreef me in voor mijn allereerste marathon. Al sinds deze inschrijving zit ik vol adrenaline, ben ik zenuwachtig en gespannen wanneer ik er aan denk. Slapeloze nachten heb ik er (nog) niet van, maar ik kan je vertellen dat het me veel bezighoudt. Tegelijkertijd heb ik natuurlijk veel zin in de marathon en ben ik heel benieuwd hoe ik dit ga ervaren. Ik ga de marathon van Rotterdam lopen op zondag 10 april en in dit artikel deel ik mijn voorbereidingen.
Nadat ik drie keer een halve marathon had gelopen, werd het tijd voor een nieuwe uitdaging. Een hele marathon is na een halve marathon eigenlijk wel een logische stap. Toen ik de inschrijving voor de marathon van Rotterdam tegenkwam, kon ik het niet laten. Het inschrijven was misschien nog wel het gemakkelijkste van dit hele avontuur. Al snel begon ik met mijn trainingen. Van duurlopen van 15 kilometer ging ik al snel naar 20 kilometer. Deze afstanden had ik natuurlijk ook al wel afgelegd voor een halve marathon. Natuurlijk wist ik dat ik voor een hele marathon tot de 35 kilometer moest gaan trainen. Om overzicht te krijgen en me te kunnen houden aan een schema, besloot ik mijn trainingen in te delen in vier loopjes per week: een korte duurloop, een lange duurloop, een herstelloop en een interval- of tempoloop.
Korte duurloop
De korte duurloop volbreng ik in een, voor mij, relaxt tempo. Ik probeer tijdens een korte duurloop altijd meer dan een uur te lopen, maar minder dan 1 uur en 45 minuten. Dit betekent dat ik tussen de 12 en 21 kilometer loop tijdens een korte duurloop. Ik eet en drink nooit tijdens zo’n loopje. Mijn lichaam vraagt hier niet om en ik kan het gemakkelijk zonder voeding volhouden.
Lange duurloop
De lange duurloop plan ik altijd in het weekend. Ik heb voor een lange duurloop rust nodig in mijn hoofd. Het liefst loop ik op zaterdag- of zondagochtend. Sinds de inschrijving heb ik de lange duurloop flink opgebouwd: van 20 kilometer tot aan 30 kilometer. De volgende stap is de 35 kilometer aantikken, maar hier zie ik stiekem nog wel erg tegenop. Tijdens de lange duurloop neem ik af en toe iets van eten mee. Ik heb een keer halverwege een banaan gegeten, maar dit was geen succes. Wat voor mij beter werkt zijn kleine Dextro snoepjes voor snelle energie. Tijdens de 35 kilometer ga ik gelsnoepjes van Powerbar proberen.
Herstelloop
Iedere week, na mijn lange duurloop, maak ik een klein herstelrondje. Het herstelloopje is meestal heel fijn, maar kan ook zeer frustrerend zijn. Soms kan het na zo’n lange duurloop ontzettend zwaar aanvoelen. Het rondje is vaak kort (25 tot 40 minuten, voor mij 5 tot 8 kilometer).
Interval- of tempoloop
Soms gaat het vanzelf en soms is het een nachtmerrie: tempoloopjes. Wanneer ik kies voor een intervalloop betekent dit dat ik versnellingen afwissel met rustige momenten. Hierin probeer ik veel te variëren. Zo kan het zijn dat ik ervoor kies om een kilometer snel te lopen en daarna een kilometer te herstellen. In een andere training wissel ik om de minuut met versnellen. Wanneer het een tempoloop betreft, loop ik een pittig tempo gedurende het hele rondje.
Naast deze vier verschillende loopjes doe ik minstens één keer per week een krachtcircuitje voor mijn buik- en beenspieren. Met name de buikspieren zijn voor mij belangrijk om rugklachten te voorkomen in aanloop naar de marathon. Tot nu toe lukt het goed om deze trainingen vol te houden en ben ik heel erg benieuwd wat het resultaat zal zijn op 10 april.
Waar train jij voor? Heb je al eens een (halve) marathon gelopen? Zo ja: heb je nog tips voor mij? Laat het me weten in de comments!
Knap Japke! Wel weinig eten zeg, poeh! En drinken? Ik heb altijd mega dorst helaas, maar heb nu wel buideltjes. Succes! X